De Ziektewet (ZW) zorgt ervoor dat zieke werknemers die geen recht op  loon meer hebben, toch een inkomen krijgen. Sommige medewerkers die ziek zijn ten gevolge van orgaandonatie of zwangerschap, of medewerkers met een beperking die onder de no-riskpolis vallen, hebben ook tijdens het dienstverband recht op een Ziektewetuitkering. De ZW maakt deel uit van de werknemersverzekeringen

Op deze pagina

recht op een zw-uitkering

De Ziektewet (ZW) is een vangnetvoorziening voor werknemers die ziek worden en dan geen recht hebben op loondoorbetaling door de werkgever. Iemand heeft recht op een ZW-uitkering als hij verzekerd is voor de ZW, zijn werk niet kan doen (arbeidsongeschikt is) door ziekte en geen recht meer heeft op loon van een werkgever. Hij valt dan onder het zogeheten ‘vangnet’ van de Ziektewet. Vangnetters zijn bijvoorbeeld:

De wetgever wil sommige werknemers extra beschermen. Als werkgever van deze medewerkers krijg je bij ziekte dan ziekengeld van UWV om hun loon te kunnen doorbetalen:

Je moet voor deze groep medewerkers binnen zes weken een ziekmelding doen bij UWV om hen in aanmerking te laten komen voor een Ziektewetuitkering. Deze uitkering kun je als werkgever dan in mindering brengen op het loon.

duur zw-uitkering

Voor sommige verzekerden (zoals vangnetters) bestaat pas vanaf de derde ziektedag recht op ziekengeld. De eerste twee dagen zijn dan zogeheten ‘wachtdagen’. 

De ZW-uitkering wordt uitbetaald tot het moment dat iemand twee jaar (104 weken) achter elkaar ziek is geweest. Voor het bepalen van deze 104 weken worden ziekteperioden bij elkaar opgeteld die elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Ook de ziekteperioden voor en na de zwangerschaps- en bevallingsuitkering worden samengeteld als de ziekteoorzaak voor en na het verlof hetzelfde is. 

Is een medewerker na twee jaar nog steeds arbeidsongeschikt, dan kan hij elf weken voor het einde van de ZW-uitkering een WIA-aanvraag doen bij UWV. UWV beoordeelt of de medewerker in aanmerking komt voor een WIA-uitkering

Iemand die een ZW-uitkering ontvangt en die geen werkgever meer heeft, krijgt aan het einde van het eerste ziektejaar de zogeheten Eerstejaars Ziektewet-beoordeling (EZWB). Als uit die beoordeling blijkt dat de betreffende persoon in staat is om met algemeen geaccepteerde arbeid 65% of meer van zijn laatstverdiende inkomen te verdienen, eindigt het recht op Ziektewetuitkering een maand later.

hoogte zw-uitkering

Volgens de Ziektewet is de hoogte van de uitkering 70% van het dagloon (en maximaal het maximumdagloon). Bij zwangerschap en orgaandonatie bedraagt de hoogte van de uitkering 100% van het eigen dagloon (en maximaal het maximumdagloon). Zieke medewerkers, die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn en onder de no-riskpolis vallen, krijgen een uitkering gebaseerd op het percentage dat de werkgever volgens cao-afspraken in het eerste jaar aan loon moet doorbetalen tijdens ziekte. Na 52 weken bedraagt het uitkeringspercentage altijd 70%.

aanvraag en uitvoering zw

Wie binnen vier weken na het einde van zijn dienstverband ziek wordt en geen werkgever meer heeft, moet zich ziek melden bij UWV of bij zijn ex-werkgever, als deze eigenrisicodrager is voor de ZW. In alle andere gevallen moet de werkgever een ziekmelding doen bij UWV. Naar aanleiding van die ziekmelding onderzoekt UWV of er recht is op een ZW-uitkering.