Een zwangere medewerkster heeft recht op betaald zwangerschaps- en bevallingsverlof van minimaal zestien weken. Tijdens dit verlof krijgt zij een uitkering van 100% van haar salaris (tot het wettelijk maximumdagloon) en bouwt ze vakantiedagen op. Hieronder lees je meer over de rechten en regels rondom zwangerschaps- en bevallingsverlof.

Op deze pagina

recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof

Zwangere medewerksters hebben recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof, inclusief een bijbehorende uitkering. Als werkgever vraag je deze uitkering aan bij UWV. Ook zwangere vrouwen met een WW-, WIA- of Ziektewet-uitkering kunnen zwangerschaps- en bevallingsuitkering (Wazo) krijgen. Zij moeten dit zelf aanvragen bij UWV, minimaal acht weken vóór de uitgerekende bevallingsdatum.

Zelfstandigen hebben recht op een speciale zwangerschaps- en bevallingsuitkering van minimaal zestien weken, die zij bij UWV kunnen aanvragen.

Partners hebben na de bevalling recht op geboorteverlof.

duur zwangerschaps- en bevallingsverlof

Het zwangerschaps- en bevallingsverlof biedt medewerkers voldoende tijd om zich voor te bereiden op de bevalling en te herstellen na de geboorte. De precieze duur en flexibiliteit van het verlof zijn afhankelijk van de situatie.

  • minimale duur: het verlof duurt altijd minimaal zestien weken, waarvan minimaal tien weken na de bevalling (het bevallingsverlof). 

  • start verlof: het zwangerschapsverlof kan beginnen tussen zes en vier weken vóór de vermoedelijke bevallingsdatum. Vanaf vier weken vóór deze datum mag de medewerkster niet meer werken. 

  • arbeidsongeschiktheid: bij arbeidsongeschiktheid door zwangerschapsgerelateerde klachten begint het  zwangerschapsverlof automatisch zes weken voor de uitgerekende datum. 

  • meerlingen: bij zwangerschap van een meerling krijgt de medewerkster vier weken extra zwangerschapsverlof. De totale verlofperiode komt dan uit op twintig weken. De eerste dag van het zwangerschapsverlof gaat in tussen tien en acht weken voor de dag na de uitgerekende datum.

flexibel opnemen: de medewerkster kan de laatste periode van het bevallingsverlof in delen opnemen. Dit gaat om het bevallingsverlof dat overblijft vanaf zes weken na de datum van de bevalling. Dit deel van het verlof kan de medewerkster, in overleg met de werkgever, gespreid opnemen over een periode van maximaal dertig weken.

bijzondere situaties

Soms is er sprake van specifieke omstandigheden tijdens of na de zwangerschap. Voor deze situaties gelden extra regels en rechten.

  • langdurige ziekenhuisopname van het kind: als een kind na de geboorte langer in het ziekenhuis moet blijven, kan het bevallingsverlof met maximaal tien weken worden verlengd. Hierbij wordt de eerste week van de ziekenhuisopname niet meegerekend. Op UWV.nl staat meer informatie over de voorwaarden.

  • ziekte door zwangerschap: als de medewerkster voor of na haar verlof ziek wordt door haar zwangerschap of bevalling, heeft zij recht op een Ziektewetuitkering van 100% van haar dagloon (tot het wettelijk maximumdagloon). Dit kan maximaal twee jaar duren. Wordt de ziekte niet door de zwangerschap veroorzaakt, dan gelden de normale regels voor loondoorbetaling bij ziekte.

  • overlijden van de pas bevallen medewerkster/moeder: als zij overlijdt tijdens het bevallingsverlof, kan haar partner het resterende verlof overnemen. Dit geldt ook als de moeder zelfstandige was of niet werkte, maar haar partner moet dan zelf wel werknemer zijn of een WW-, ZW- of WIA-uitkering ontvangen.

aanvraag zwangerschaps- en bevallingsverlof

De zwangere medewerkster moet het verlof uiterlijk zeven weken voor de uitgerekende bevallingsdatum bij de werkgever aanvragen. Als werkgever vraag je de uitkering vervolgens aan bij UWV, op zijn vroegst vier weken en uiterlijk twee weken voor de ingangsdatum. Hiervoor is een zwangerschapsverklaring nodig, die de medewerkster bij haar huisarts of verloskundige kan aanvragen. 

zwangerschapsuitkering

UWV betaalt de zwangerschapsuitkering in principe uit aan jou als werkgever, omdat jij het loon in deze periode aan je medewerkster doorbetaalt. In uitzonderlijke gevallen, zoals bij beëindiging van het dienstverband tijdens het verlof, kan de uitkering rechtstreeks aan de medewerkster worden uitbetaald.De uitkering bedraagt 100% van het salaris, met een  maximum tot het wettelijk dagloon

bescherming tegen ontslag

Een medewerkster kan niet ontslagen worden vanwege zwangerschap of tijdens haar zwangerschaps- en bevallingsverlof. Dit ontslagverbod geldt ook in de eerste zes weken na het verlof. Alleen in bijzondere omstandigheden is ontslag mogelijk. Dit geldt bijvoorbeeld als de onderneming of de afdeling stopt met de werkzaamheden. Daarnaast kun je een zwangere medewerkster ontslaan bij ernstig wangedrag, zoals fraude of gewelddadig gedrag. 

Verder mag zwangerschap geen reden zijn om:

arbeidsomstandigheden voor zwangere en pas bevallen medewerksters

Voor zwangere medewerksters en medewerksters die (tot) zes maanden geleden bevallen zijn, gelden speciale regels volgens de Arbeidstijdenwet (ATW). Als werkgever moet je rekening houden met hun specifieke omstandigheden en het werk zo inrichten dat dit aansluit bij hun behoeften als zwangere/pas bevallen medewerkster.