De regels voor het werken van zzp'ers veranderen. Vanaf 2025 wordt er strenger gecontroleerd op schijnzelfstandigheid. Op deze pagina vind je alle belangrijke informatie over de fiscale en juridische aspecten van het werken met zzp'ers.
Op deze pagina
wat zijn zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers)?
Zelfstandigen zonder personeel - zzp’ers - verlenen zelfstandig diensten aan verschillende opdrachtgevers en werken in alle bedrijfstakken. Vaak worden de termen zzp’er en freelancer door elkaar gebruikt. Beide begrippen betekenen dat iemand vanuit een onderneming zonder personeel diensten verleent of werk verricht voor een opdrachtgever en dus niet op basis van een arbeidsovereenkomst.
Belangrijk bij het werken met zzp’ers is de arbeidsrelatie. Een arbeidsrelatie is een relatie waarbij iemand werk verricht voor een ander. Er zijn verschillende soorten arbeidsrelaties. Iemand kan bijvoorbeeld werken als vrijwilliger of in dienstverband op basis van een arbeidsovereenkomst, maar dus ook als zelfstandig ondernemer voor een opdrachtgever.
Als je werkt met een zzp’er moet het duidelijk zijn dat jullie arbeidsrelatie niet gebaseerd is op een arbeidsovereenkomst, met de bijbehorende afspraken en wettelijke verplichtingen, maar op het zelfstandig ondernemerschap van de zzp’er. Om te voorkomen dat er sprake is van schijnzelfstandigheid - kort gezegd: dat iemand zich voordoet als zelfstandige terwijl er volgens het arbeidsrecht sprake is van een dienstverband - bestaan er wettelijke regels waaraan je arbeidsrelatie met een zzp'er moet voldoen.
regelgeving: de wet dba
De Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) is bedoeld om duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en zzp'ers. In de Wet DBA staat dat zowel opdrachtgever als zzp'er samen verantwoordelijk zijn voor het bepalen of er sprake is van een dienstbetrekking. Als die er niet is, hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen (loonbelasting/premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet) in te houden en af te dragen voor de ingehuurde zzp’er. De zzp’er kan dan ook geen aanspraak maken op WW, WIA of ZW.
Maar wanneer de Belastingdienst (achteraf) van mening is dat wél sprake is van een dienstbetrekking, dan moet de opdrachtgever/werkgever alsnog loonheffingen betalen.
De Wet DBA biedt op dit moment onvoldoende duidelijkheid voor opdrachtgevers en zzp’ers. Het kabinet werkt daarom aan nieuwe wet- en regelgeving om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Het kabinet wil onder andere de regels over wanneer iemand onder het gezag van de werkgever valt verder verduidelijken en wettelijk vastleggen wanneer er bij een (laag) uurtarief een vermoeden bestaat van een arbeidsovereenkomst.
Meer informatie over de toekomstplannen en de wet- en regelgeving voor zzp’ers staat op Rijksoverheid.nl.
beoordeling van de arbeidsrelatie met een zzp’er
Vanaf 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst weer actief op de regels voor arbeidsrelaties. Om opdrachtgevers hierop voor te bereiden, heeft de Belastingdienst een Toelichting beoordeling arbeidsrelaties gepubliceerd over hoe zij de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer (zzp’er) beoordeelt. Deze toelichting is gebaseerd op het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad.
Het Deliveroo-arrest benadrukt dat alle feiten en omstandigheden meewegen in de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Er moet dus niet meer naar loon, arbeid en gezag worden gekeken alsof dit losstaande feiten zijn: het gaat om het totaalbeeld. Dit wordt de holistische toets genoemd. Volgens de Hoge Raad zijn er twee fases bij de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst:
-
de uitlegfase: welke werkafspraken hebben partijen gemaakt en hoe hebben ze die uitgevoerd?
-
de kwalificatiefase: voldoen de werkafspraken en de uitvoering daarvan aan de eisen van een arbeidsovereenkomst?
Daarnaast gebruikt de Belastingdienst negen gezichtspunten bij de beoordeling van de arbeidsrelatie, die zijn afgeleid van het Deliveroo-arrest:
- de aard en duur van de werkzaamheden
- de manier waarop de werkzaamheden en werktijden zijn bepaald
- de mate waarin de werkzaamheden én de opdrachtnemer onderdeel zijn van de organisatie van de opdrachtgever
- wel of geen verplichting het werk persoonlijk uit te voeren
- de manier waarop afspraken tot stand zijn gekomen
- de manier waarop de beloning is bepaald en wordt uitbetaald
- de hoogte van de beloning
- de mate waarin de opdrachtnemer bij de opdracht commercieel risico loopt
- de mate waarin de opdrachtnemer zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld: wat doet de opdrachtnemer om opdrachten en een goede naam te krijgen, hoe behandelt de Belastingdienst de opdrachtnemer, wat is het aantal opdrachtgevers van de opdrachtnemer en hoe lang werkt de opdrachtnemer meestal voor een opdrachtgever?
De Belastingdienst benadrukt dat geen enkel gezichtspunt op zichzelf bepalend is. Alle feiten en omstandigheden worden in samenhang beoordeeld: het is een holistische toets.
De Webmodule Beoordeling Arbeidsrelaties helpt bij het beoordelen van de arbeidsrelatie en geeft een indicatie of er sprake is van loondienst of werken buiten dienstverband.
zzp’ers en schijnzelfstandigheid
Stelt de Belastingdienst vast dat er sprake is van een dienstverband, terwijl iemand zich voordoet als zzp’er, dan is deze schijnzelfstandig. Schijnzelfstandigheid kan leiden tot:
-
loonheffingen: de opdrachtgever moet dan alsnog loonheffingen betalen over de verrichte werkzaamheden
-
boetes: zowel de opdrachtgever als de zzp'er kunnen een boete krijgen
-
werkgeversverplichtingen: de opdrachtgever is eigenlijk werkgever en moet als zodanig ook zijn verplichtingen nakomen. Bijvoorbeeld door tijdens ziekte van de 'zzp'er' het loon door te betalen.
tip
Voor meer informatie over schijnzelfstandigheid kun je de websites van de Belastingdienst en ZZP Nederland raadplegen.
handhaving vanaf 2025
Per 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst (weer) handhaven op schijnzelfstandigheid. Voorlopig (in 2025) ligt de focus op probleemgevallen zoals gedwongen zelfstandigheid, onderbetaling, evidente schijnzelfstandigen en arbeidsmigratieconstructies.
In de overige gevallen moet de fiscus zoveel mogelijk kiezen voor de menselijke maat bij de keuze van inzet van handhavingsinstrumenten, waaronder een waarschuwing vooraf.
fiscale positie van de zzp’er
De Belastingdienst beoordeelt of een zzp'er als ondernemer wordt gezien voor de inkomstenbelasting. Dit hangt af van verschillende factoren, zoals de mate van zelfstandigheid, ondernemersrisico en het aantal opdrachtgevers. Zzp'ers die als ondernemer worden aangemerkt, hebben recht op bepaalde fiscale voordelen, zoals de ondernemersaftrek, de mkb-winstvrijstelling en verschillende startersregelingen. Dat mag bij bepaalde regelingen alleen als de zzp’er ook voldoet aan het urencriterium. Volgens dit criterium moet de ondernemer per jaar minimaal 1.225 uur aan zijn bedrijf hebben gewerkt. Dit moet ook uit de administratie blijken.
tip
Zzp'ers kunnen met de OndernemersCheck van de Belastingdienst controleren of ze voldoen aan de voorwaarden voor ondernemerschap.