de wet dba en de nieuwe wet vbar
Als je werkt met zzp’ers moet je je houden aan de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties). Volgens deze wet moet je als opdrachtgever samen met de zzp'er bepalen of er sprake is van een dienstverband (loondienst) of niet. Als dat niet zo is, hoef je geen loonheffingen (loonbelasting/premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet) in te houden en af te dragen voor de ingehuurde zzp’er. De zzp’er kan dan ook geen aanspraak maken op WW, WIA of ZW.
Maar wanneer de Belastingdienst (achteraf) van mening is dat wél sprake is van een dienstbetrekking (en dus schijnzelfstandigheid), dan moet je als opdrachtgever/werkgever alsnog loonheffingen betalen.
De huidige Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) biedt op dit moment onvoldoende duidelijkheid voor opdrachtgevers en zzp’ers. Er wordt daarom gewerkt aan een nieuwe wet: de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR). Het doel van de wet VBAR is om schijnzelfstandigheid (verder) te verminderen. De wet beoogt betere handvatten te geven voor het duiden van arbeidsrelaties, zodat helder is wanneer er sprake is van een medewerker met een dienstverband en wanneer er met een zzp’er gewerkt kan worden. Vermoedelijk gaat deze wet in op 1 januari 2026.
Meer informatie over de toekomstplannen en de wet- en regelgeving voor zzp’ers staat op Rijksoverheid.nl.
modelovereenkomsten: einde beoordeling
Per 6 september 2024 is de Belastingdienst gestopt met het beoordelen van nieuwe modelovereenkomsten. Alle bestaande, goedgekeurde modelovereenkomsten worden automatisch verlengd tot en met 31 december 2029.
zzp’ers en schijnzelfstandigheid
Schijnzelfstandigheid betekent dat iemand zich presenteert als zzp'er, terwijl er in feite sprake is van een dienstverband. Dit kan leiden tot problemen op het gebied van:
-
sociale zekerheid: werknemers hebben recht op bepaalde sociale zekerheidsvoorzieningen, zoals werkloosheidsuitkering en pensioenopbouw. Door schijnzelfstandigheid ontlopen werkgevers soms deze verplichtingen.
-
belastingontduiking: werkgevers kunnen door schijnconstructies minder sociale premies betalen.
-
oneerlijke concurrentie: echte zzp'ers kunnen oneerlijke concurrentie ondervinden van bedrijven die schijnzelfstandigen inhuren.
Of sprake is van schijnzelfstandigheid, hangt af van verschillende factoren. De Belastingdienst kijkt bijvoorbeeld naar:
-
gezagsverhouding: in hoeverre bepaalt de opdrachtgever hoe het werk wordt gedaan?
-
risico: draagt de zzp'er zelf financieel risico voor het werk?
-
eigen middelen: gebruikt de zzp'er eigen gereedschap of materialen?
-
werkplek: moet de zzp'er zijn werk doen op de werkplek van de opdrachtgever?
Als de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, kan dit leiden tot:
-
navordering loonheffingen: de opdrachtgever moet dan alsnog loonheffingen betalen over de verrichte werkzaamheden
-
boetes: zowel de opdrachtgever als de zzp'er kunnen een boete krijgen
-
terugvordering van premies: de opdrachtgever moet mogelijk sociale premies terugbetalen.
tip
Voor meer informatie over schijnzelfstandigheid kun je de websites van de Belastingdienst en ZZP Nederland raadplegen.
De Webmodule Beoordeling Arbeidsrelaties. helpt bij het beoordelen van de arbeidsrelatie en geeft een indicatie of er sprake is van loondienst of werken buiten dienstverband.
Zelfstandigen kunnen met de Ondernemerscheck een idee krijgen of ze voldoen aan de (fiscale) voorwaarden voor ondernemerschap.
beoordeling van de arbeidsrelatie (holistische toets)
Per 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst weer actief op de regels voor arbeidsrelaties. Om opdrachtgevers hierop voor te bereiden, heeft de Belastingdienst een Toelichting beoordeling arbeidsrelaties gepubliceerd over hoe zij de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer (zzp’er) beoordeelt. Deze toelichting is gebaseerd op het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad.
Het Deliveroo-arrest benadrukt dat alle feiten en omstandigheden meewegen in de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Er moet dus niet naar loon, arbeid en gezag worden gekeken alsof dit losstaande feiten zijn: het gaat om het totaalbeeld. Dit wordt de holistische toets genoemd.
Volgens de Hoge Raad zijn er twee fases bij de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst:
-
de uitlegfase: welke werkafspraken hebben partijen gemaakt en hoe hebben ze die uitgevoerd?
-
de kwalificatiefase: voldoen de werkafspraken en de uitvoering daarvan aan de eisen van een arbeidsovereenkomst?
Daarnaast gebruikt de Belastingdienst negen gezichtspunten bij de beoordeling van de arbeidsrelatie, die zijn afgeleid van het Deliveroo-arrest:
1. de aard en duur van de werkzaamheden
2. de manier waarop de werkzaamheden en werktijden zijn bepaald
3. de mate waarin de werkzaamheden én de opdrachtnemer onderdeel zijn van de organisatie van de opdrachtgever
4. wel of geen verplichting het werk persoonlijk uit te voeren
5. de manier waarop afspraken tot stand zijn gekomen
6. de manier waarop de beloning is bepaald en wordt uitbetaald
7. de hoogte van de beloning
8. de mate waarin de opdrachtnemer bij de opdracht commercieel risico loopt
9. de mate waarin de opdrachtnemer zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld: wat doet de opdrachtnemer om opdrachten en een goede naam te krijgen, hoe behandelt de Belastingdienst de opdrachtnemer, wat is het aantal opdrachtgevers van de opdrachtnemer en hoe lang werkt de opdrachtnemer meestal voor een opdrachtgever?
De Belastingdienst benadrukt dat geen enkel gezichtspunt op zichzelf bepalend is. Alle feiten en omstandigheden worden in onderlinge samenhang en als totaalbeeld beoordeeld: het is een holistische toets.
tip:
Met het formulier Verzoek vooroverleg beoordeling arbeidsrelatie kun je als opdrachtgever een verzoek indienen voor vooroverleg met de Belastingdienst over de beoordeling van een specifieke arbeidsrelatie met één opdrachtnemer.
De Webmodule Beoordeling Arbeidsrelaties helpt bij het beoordelen van de arbeidsrelatie en geeft een indicatie of er sprake is van loondienst of werken buiten dienstverband.
handhaving vanaf 2025
Per 1 januari 2025 controleert en handhaaft de Belastingdienst (weer) actief op schijnzelfstandigheid, maar er worden over het kalenderjaar 2025 nog geen boetes opgelegd. Dit geldt voor zowel verzuim- als vergrijpboetes. Organisaties kunnen eerst een waarschuwing van de Belastingdienst krijgen voordat er zogenaamde boekenonderzoeken (controles) worden ingesteld.
Meer informatie over de handhaving staat in het Handhavingsplan arbeidsrelaties 2025 (pdf) van de Belastingdienst.