wet dba

De Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) is bedoeld om duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en zzp'ers. Zowel opdrachtgever als zzp'er zijn samen verantwoordelijk voor het bepalen of er sprake is van een dienstbetrekking. Als die er niet is, hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen (loonbelasting/premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet) in te houden en af te dragen voor de ingehuurde persoon. De zzp’er kan dan ook geen aanspraak maken op WW, WIA of ZW.

Maar wanneer de Belastingdienst (achteraf) van mening is dat wél sprake is van een dienstbetrekking, dan moet de opdrachtgever/werkgever alsnog loonheffingen betalen. 

zzp’ers en schijnzelfstandigheid

Schijnzelfstandigheid betekent dat iemand zich voordoet als zzp'er, terwijl er in feite sprake is van een dienstverband. Dit kan leiden tot problemen op het gebied van sociale zekerheid, belastingontduiking en oneerlijke concurrentie:

  • sociale zekerheid: werknemers hebben recht op bepaalde sociale zekerheidsvoorzieningen, zoals werkloosheidsuitkering en pensioenopbouw. Door schijnzelfstandigheid ontlopen werkgevers soms deze verplichtingen.

  • belastingontduiking: werkgevers kunnen door schijnconstructies minder sociale premies betalen.

  • oneerlijke concurrentie: echte zzp'ers kunnen oneerlijke concurrentie ondervinden van bedrijven die schijnzelfstandigen inhuren.

Of sprake is van schijnzelfstandigheid, hangt af van verschillende factoren. De Belastingdienst kijkt bijvoorbeeld naar:

  • gezagsverhouding: in hoeverre bepaalt de opdrachtgever hoe het werk wordt gedaan?

  • risico: draagt de zzp'er zelf financieel risico voor het werk?

  • eigen middelen: gebruikt de zzp'er eigen gereedschap of materialen?

  • werkplek: moet de zzp'er zich naar de werkplek van de opdrachtgever?

Als de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, kan dit leiden tot:

  • loonheffingen: de opdrachtgever moet dan alsnog loonheffingen betalen over de verrichte werkzaamheden.

  • boetes: zowel de opdrachtgever als de zzp'er kunnen een boete krijgen.

  • terugvordering van premies: de opdrachtgever moet mogelijk sociale premies terugbetalen.

tip

Voor meer informatie over schijnzelfstandigheid kun je de websites van de Belastingdienst en ZZP Nederland raadplegen.

De Webmodule Beoordeling Arbeidsrelaties. helpt bij het beoordelen van de arbeidsrelatie en geeft een indicatie of er sprake is van loondienst of werken buiten dienstverband. 

Zelfstandigen kunnen met de Ondernemerscheck een idee krijgen of ze voldoen aan de (fiscale) voorwaarden voor ondernemerschap.

geen nieuwe modelovereenkomsten meer 

Opdrachtgevers die zekerheid wilden over de arbeidsrelatie van ingehuurde zzp’ers, moesten eerder modelovereenkomsten gebruiken. Modelovereenkomsten zijn door de Belastingdienst goedgekeurde  documenten waarin afspraken staan die de werkrelatie tussen een zzp’er en opdrachtgever moeten verduidelijken. 

In de praktijk bleek die duidelijkheid er toch niet te zijn. Het kabinet heeft daarom besloten om deze regel aan te passen. Vanaf 6 september 2024 worden geen nieuwe modelovereenkomsten meer goedgekeurd door de Belastingdienst. Ook worden er geen bestaande overeenkomsten verlengd. De lopende modelovereenkomsten worden nog wel geëerbiedigd tot de einddatum van de overeenkomst.

Vanaf 6 september 2024 wordt de beoordeling van de arbeidsrelatie gebaseerd op de feitelijke situatie en de gezagsverhouding.

handhaving vanaf 2025

Op Prinsjesdag is aangekondigd dat het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 wordt opgeheven en dat de Belastingdienst dus weer moet gaan handhaven op schijnzelfstandigheid. Omdat dit nieuws veel onrust bij opdrachtgevers en zzp’ers veroorzaakte, heeft de Tweede Kamer een motie ingediend (en aangenomen) die de handhaving afzwakken. Het verzoek aan de regering is om:

  • voorlopig (in ieder geval in 2025) risicogericht te gaan handhaven, met de focus op probleemgevallen zoals gedwongen zelfstandigheid, onderbetaling, evidente schijnzelfstandigen en arbeidsmigratieconstructies. 

  • alleen bij deze probleemgevallen naheffingen op te leggen

  • in de overige gevallen zoveel mogelijk te kiezen voor de menselijke maat bij de keuze van inzet van handhavingsinstrumenten, waaronder een waarschuwing vooraf.

Er is na Prinsjesdag een aantal andere moties ingediend die opdrachtgevers en zzp’ers meer duidelijkheid moeten geven:

  • vóór 1 november 2024 moet een duidelijk afwegingskader voor de beoordeling van een arbeidsrelatie op Belastingdienst.nl beschikbaar komen. Alle ministeries moeten dit ook zelf gebruiken bij de inhuur van zzp’ers

  • de Belastingdienst moet coulant omgaan met onbewust onbekwame zelfstandigen en boetes niet direct opleggen

  • de al goedgekeurde modelovereenkomsten moeten van kracht blijven na 1 januari 2025

  • de overheid moet zelf het goede voorbeeld geven en ervoor zorgen dat er per 1 januari 2025 geen schijnzelfstandigen meer werkzaam zijn.

nieuwe wet- en regelgeving

Het kabinet werkt aan nieuwe wet- en regelgeving om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Het kabinet wil onder andere de regels over wanneer iemand onder het gezag van de werkgever valt verder verduidelijken en wettelijk vastleggen wanneer er bij een (laag) uurtarief een vermoeden bestaat van een arbeidsovereenkomst.  

Meer informatie over de toekomstplannen en de wet- en regelgeving voor zzp’ers staat op Rijksoverheid.nl.