Aan het einde van het re-integratietraject moet de werkgever een re-integratieverslag (RIV-verslag) bij UWV aanleveren. Op basis van dit verslag beoordeelt UWV of werkgever en medewerker voldoende hebben gedaan aan de re-integratie van de medewerker. Dit is de RIV-toets.

Op deze pagina:

inhoud re-integratieverslag

Het re-integratieverslag is in beginsel een taak van jou, als werkgever. Maar ook de bedrijfsarts/arbodeskundige (denk aan zaken als medische gegevens, beperkingen, mogelijkheden voor passend werk) en de medewerker zelf leveren bijdragen aan het re-integratieverslag. De bedoeling is dat je medewerker in het verslag zijn eigen visie geeft op de mogelijkheden voor werkhervatting en op de re-integratieactiviteiten van zichzelf en van jou, als zijn werkgever.

Het re-integratieverslag bestaat uit de volgende onderdelen:

  • probleemanalyse (na 6 weken) en eventuele bijstellingen

  • plan van aanpak (na 8 weken), bijstellingen en evaluaties

  • (eerstejaars)evaluatie (na 52 weken)

  • eindevaluatie, inclusief het actueel oordeel van de bedrijfsarts/arbodeskundige (uiterlijk na 91 weken).

Je kunt hiervoor het beste de formulieren van UWV gebruiken. De medewerker stuurt alle informatie zelf naar UWV, inclusief het formulier Medische informatie. Dit formulier krijgt hij van de bedrijfsarts of arbodienst.

probleemanalyse

Uiterlijk in de zesde verzuimweek brengt de bedrijfsarts de probleemanalyse in kaart en stelt vast:

  • wat de situatie van de medewerker is

  • welke beperkingen hij heeft

  • wat zijn beperkingen betekenen voor zijn mogelijkheden om te werken, eventueel in (aangepast) eigen of in ander werk binnen de organisatie

  • welke stappen er worden gezet voor het herstel van de medewerker.

Daarnaast geeft de bedrijfsarts in de probleemanalyse een advies aan de medewerker en de werkgever voor het plan van aanpak.

De analyse en het advies vormen de basis voor het traject waarin de medewerker probeert weer aan het werk te gaan: het re-integratietraject. Als de bedrijfsarts denkt dat de medewerker in de toekomst structureel en volledig niet meer aan het werk kan, kan de medewerker vervroegd een WIA-uitkering aanvragen. Verandert het ziektebeeld of verbeteren of verslechteren de mogelijkheden van de medewerker, dan kan de bedrijfsarts of de arbodienst de probleemanalyse bijstellen. De werkgever moet vervolgens het plan van aanpak weer aanpassen aan deze bijstellingen.

plan van aanpak

Uiterlijk in de achtste verzuimweek moeten werkgever en medewerker samen een plan van aanpak opstellen. In dat plan staan de afspraken die jullie samen maken om de medewerker weer aan het werk te helpen, op basis van de probleemanalyse van de bedrijfsarts/arbodeskundige. In het plan van aanpak moet onder meer staan wat het einddoel van het plan is, op welke manier dit doel bereikt kan worden en of er activiteiten ondernomen gaan worden om de medewerker te begeleiden naar (ander) werk.

Om het plan te maken kun je het formulier Plan van aanpak van UWV gebruiken.

(eerstejaars)evaluatie

Rond het einde van het eerste verzuimjaar evalueer je, samen met je medewerker, het plan van aanpak. De uitkomst hiervan leg je schriftelijk vast in de (eerstejaars)evaluatie. Deze evaluatie kan inzicht bieden in eventuele problemen bij het re-integratieproces en geeft je de kans het plan van aanpak in het tweede verzuimjaar bij te stellen.

Je medewerker en jij moeten nu - naast het zoeken naar mogelijkheden voor terugkeer naar werk bij het eigen bedrijf (spoor 1) -  ook zoeken naar mogelijkheden in werk bij een andere werkgever (spoor 2). 

de visie van de medewerker

De werkgever moet ook de mening van de medewerker over de re-integratieafspraken in het plan van aanpak opnemen. Die mening kan bijvoorbeeld gaan over zijn eigen functioneren, zijn arbeidsmogelijkheden, het oordeel van de bedrijfsarts en de terugkeer naar het werk. Als het plan van aanpak en de eerstejaarsevaluatie worden bijgesteld, moet de werkgever de mening van de medewerker dus opnieuw vragen en opnemen in het plan van aanpak. 

actueel oordeel bedrijfsarts of arbodienst

Als je medewerker ruim anderhalf jaar arbeidsongeschikt is, kan hij een WIA-uitkering aanvragen. De bedrijfsarts moet dan in het Actueel oordeel bedrijfsarts of arbodienst aangeven hoe de situatie van de medewerker op dat moment is. Dit oordeel moet vervolgens worden opgenomen in de eindevaluatie.

eindevaluatie

Uiterlijk twee weken voordat je medewerker de aanvraag voor de WIA-uitkering doet, vult hij samen met jou, als zijn werkgever, de eindevaluatie in. Hierin staat de stand van zaken van de re-integratie bij 1,5 jaar ziekte. Ook als een medewerker tijdens zijn arbeidsongeschiktheid uit dienst gaat en langer dan tien weken met ziekteverzuim is, moeten werkgever en medewerker samen een eindevaluatie invullen.

re-integratieverslag verstrekken 

Je bent verplicht om uiterlijk in de 91e week van ziekte een kopie van het re-integratieverslag aan je medewerker te geven. Hij heeft dit nodig om zijn WIA-aanvraag te onderbouwen. Je medewerker moet het RIV-verslag samen met de aanvraag voor een WIA-uitkering uiterlijk in de 93e week indienen bij UWV

Je kunt het RIV-verslag ook rechtstreeks bij UWV aanleveren, maar dit hoeft niet. De meeste werkgevers doen dit toch, om te laten zien dat zij op tijd hebben voldaan aan hun wettelijke re-integratieverplichtingen. 

riv-toets: oordeel UWV

De arbeidsdeskundige van UWV beoordeelt of de werkgever en de medewerker de re-integratie-inspanningen hebben verricht die passen bij het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de medewerker. Dit is de RIV-toets. Eerst administratief (bevat het verslag alle relevante documenten) en vervolgens inhoudelijk. Hebben de werkgever en de medewerker voldoende inspanningen geleverd voor de re-integratie, dan doet UWV een keuring om vervolgens een schatting van de mate van arbeids(on)geschiktheid te maken.

meer informatie

In de Werkwijzer Poortwachter van UWV staat informatie voor werkgevers, bedrijfsartsen en re-integratiebedrijven over de begeleiding en re-integratie van zieke of arbeidsongeschikte medewerkers. 

Let op: UWV werkt aan een nieuwe versie van de Werkwijzer Poortwachter. De laatste versie dateert van 1 augustus 2022.