Kinderen tot 16 jaar mogen in principe niet werken en zijn verplicht om naar school te gaan. Voor bepaalde soorten werk is onder strikte voorwaarden een aantal uitzonderingen gemaakt (bijvoorbeeld voor werktijden). Deze staan in de Arbowet en de Arbeidstijdenwet.
Jongeren van 16 en 17 jaar mogen bijna alle werkzaamheden doen, maar ook voor hen geldt dat naar school gaan voorop staat: ze hebben een leer- en kwalificatieplicht.
De wet- en regelgeving voor werk door kinderen van maximaal 15 jaar oud is in november 2024 aangepast. Werken op niet-schooldagen en in vakantieweken is voortaan makkelijker, werken in de horeca juist iets moeilijker.
Op deze pagina
leerplicht en kwalificatieplicht
Kinderen van 5 tot 16 jaar hebben een leerplicht: dit betekent dat ze, volgens de wet, in die leeftijdsperiode naar school moeten gaan. Jongeren tussen 16 en 18 jaar hebben een startkwalificatieplicht, die bedoeld is om schooluitval tegen te gaan. Een startkwalificatie is (minimaal) een diploma havo, vwo of mbo (niveau 2 of hoger). De kwalificatieplichtige jongeren moeten volledig dagonderwijs volgen zolang ze geen startkwalificatie hebben. Ze mogen tot die tijd ook niet voltijds werken.
Jongeren tot 18 jaar mogen wel een bijbaan of vakantiebaan hebben of stage lopen, onder bepaalde voorwaarden (zie hierna).
nieuwe regels voor jonge werknemers: wat is er veranderd?
De wet- en regelgeving voor werkende minderjarigen (de Nadere regeling kinderarbeid) is aangepast om de regels meer van deze tijd te maken. Zo is het verbod op maaltijdbezorging voor kinderen tot 16 jaar uitgebreid naar flitsbezorging (bijvoorbeeld van boodschappen) op een (elektrische) fiets.
Vanaf 1 november 2024 hebben werkgevers iets meer ruimte gekregen om 13- tot 15-jarigen in te zetten op het werk. Deze jonge werknemers mogen vaker werk doen tijdens vakantieweken en niet-schooldagen. Wel blijven strikte voorwaarden verbonden aan de inzet van deze jonge arbeidskrachten, die nog volop in de leerplicht zitten. Zo moeten ze voldoende rust krijgen en er is speciale aandacht vereist voor de (sociale-) veiligheid op hun werkplek. Verder mogen ze niet werken op plaatsen waar alcohol wordt geschonken.
De volgende regels voor werktijden van 13-, 14- en 15-jarigen zijn veranderd:
-
13- en 14-jarigen mogen op een niet-schooldag en in een vakantieweek tot 20.00 uur in plaats van tot 19.00 uur gaan werken. De maximale werktijd en minimale rusttijd blijven wel in omvang (aantal uren) gelijk doordat de jongere pas een uur later mag beginnen met werken als hij tot 20.00 uur doorwerkt. Voor 13- en 14-jarigen gaan strikte voorwaarden gelden voor het werken tot 20.00 uur. Zo moet er aantoonbaar toestemming zijn van de ouders/voogd en instemming van de personeelsvertegenwoordiging of ondernemingsraad
-
13-en 14-jarigen mogen ook op zondag werken, maar alleen onder de hiervoor genoemde voorwaarden. 15-jarigen mogen nu ook al alleen onder deze voorwaarden op zondag werken. Werkt een kind op zondag, dan moet hij de zaterdag ervoor vrij zijn. Elke zestien weken moeten kinderen minimaal vijf zondagen vrij zijn
-
15-jarigen mogen op een niet-schooldag tot 20.00 uur werken, waarbij de minimale rusttijd tussen twee diensten 12 uur blijft. 15-jarigen mochten al in een vakantieweek tot 21.00 uur werken en onder voorwaarden op zondag.
Een werkgever moet over de arbeidstijden wel toestemming krijgen van het medezeggenschapsorgaan of de belanghebbende werknemers. Daarnaast moeten ouders of verzorgers van het kind aantoonbaar toestemming geven, en de werkgever moet deze toestemming in de administratie bewaren. Bij een controle kan de Nederlandse Arbeidsinspectie hierom vragen.
Ook is per november 2024 het verbod ingesteld voor kinderen jonger dan 16 jaar om te werken in een ruimte van een horecagelegenheid als daar alcoholische dranken geschonken worden. Op tijden dat er geen alcohol in die ruimte wordt geserveerd, mogen kinderen daar wel aan het werk zijn. Ook mogen ze werken in ruimtes waar klanten niet komen, zoals in de keuken of als afwasser.
Deze regels gelden niet voor kinderen onder de 16 jaar die in de horeca werken als onderdeel van hun vmbo-opleiding.
arbeidstijdenregels per leeftijdsgroep
De wettelijke regels over het soort werk dat minderjarigen tot 18 jaar mogen doen en de werktijden die zijn toegestaan, verschillen per leeftijd.
12-jarigen mogen in principe niet werken, tenzij het gaat om werk in het kader van een werkstraf, een leerproject of een uitvoering (bijvoorbeeld een reclamespot of toneelstuk). Voor kinderen tot 13 jaar die cultureel werk willen doen kan een ontheffing worden aangevraagd.
13- en 14-jarigen mogen alleen klusjes doen en helpen bij licht, niet-industrieel werk. Niet-industrieel werk betekent dat zij niet mogen werken in een fabriek of met/bij machines. Ze mogen bijvoorbeeld wel vakkenvullen in een supermarkt en reclamefolders bezorgen. Op schooldagen mogen 13- en 14-jarigen maximaal twee uur werken.
15-jarigen mogen zelfstandig werk doen dat licht en niet-industrieel is. Voor hen gelden iets ruimere werktijden dan voor 13- en 14-jarigen, maar op schooldagen geldt hetzelfde maximum van twee uur. 15-jarigen hebben recht op het minimumloon.
16- en 17-jarigen mogen bijna elk soort werk doen zolang het werk niet gevaarlijk is of hen verhindert naar school te gaan. Zij mogen niet werken met gevaarlijke stoffen, op grote hoogte of in een lawaaiige omgeving. Ook zijn er werkzaamheden die jongeren van 16 en 17 jaar alleen onder deskundig toezicht mogen doen.
Voor alle jongeren tot 18 jaar geldt dat arbeid die gevaarlijk is voor de gezondheid (bijvoorbeeld het werken met bestrijdingsmiddelen of andere gevaarlijke stoffen) of hen verhindert naar school te gaan verboden is. Op niet-schooldagen en in vakanties mogen ze meer uren werken dan op schooldagen.
Jongeren tussen 13 en 18 jaar die cultureel werk willen doen, hoeven daarvoor geen ontheffing aan te vragen zolang ze zich aan de Arbeidstijdenwet houden.
Minderjarigen mogen bovendien een maatschappelijke stage of beroepsstage lopen, maar dit is wel aan regels gebonden.
controle door de nederlandse arbeidsinspectie
De Nederlandse Arbeidsinspectie beoordeelt de aanvraag voor ontheffingen (bijvoorbeeld voor cultureel werk). Daarnaast houdt de Arbeidsinspectie toezicht op de naleving van de regels. Deze staan in de Nadere Regeling Kinderarbeid. Als een inspecteur tijdens een controle ter plaatse vaststelt dat de regels niet worden nageleefd, er niet wordt gewerkt volgens de ontheffing of dat er onjuiste gegevens zijn ingediend, dan kan hij een boete opleggen of proces-verbaal opmaken.
Let op: bij overtredingen kan de Arbeidsinspectie niet alleen de werkgever een boete opleggen, maar ook de ouders of verzorgers van de minderjarige. Bij ernstig letsel door het werk kan worden overgegaan tot strafrechtelijke vervolging.