Als een nieuwe medewerker bij je bedrijf in dienst komt, leg je de afspraken die je samen maakt over zaken als functie, salaris, proeftijd en arbeidsvoorwaarden vast in een contract: de individuele arbeidsovereenkomst. De individuele arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen twee partijen: de werkgever en de werknemer. Afspraken over arbeidsvoorwaarden die gelden voor groepen medewerkers - bijvoorbeeld de hele organisatie of een bedrijfstak - worden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Denk hierbij aan toeslagen, werktijden of pensioen.
Op deze pagina
- de duur van een arbeidsovereenkomst
- voorwaarden voor een arbeidsovereenkomst
- wet- en regelgeving arbeidsovereenkomst
de duur van een arbeidsovereenkomst
Je kunt met je nieuwe medewerker een individuele arbeidsovereenkomst afsluiten voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als jullie (werkgever en werknemer) van tevoren geen afspraken maken over de duur van de overeenkomst. Het contract loopt door tot het moment dat een van jullie het beëindigt.
Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd staat de einddatum vooraf al vast of is het eindmoment ‘objectief bepaalbaar’, bijvoorbeeld bij een contract voor zes maanden of voor de duur van een bepaald (duidelijk omschreven) project.
Voor het beëindigen van een arbeidsovereenkomst gelden de regels uit het ontslagrecht.
voorwaarden voor een arbeidsovereenkomst
Niet elke overeenkomst die gaat over het verrichten van arbeid is, juridisch gezien, een arbeidsovereenkomst. Er gelden drie voorwaarden voor een arbeidsovereenkomst:
-
er is een gezagsverhouding: de werkgever geeft de werknemer opdrachten en instructies over de uitvoering van het werk
-
de werkgever betaalt de werknemer een vergoeding (loon)
-
de werknemer is persoonlijk verplicht de arbeid te verrichten (de werknemer kan het werk niet door iemand anders laten doen).
Bij onduidelijkheid of een overeenkomst juridisch gezien als arbeidsovereenkomst kan worden beschouwd, wordt gekeken naar de feitelijke situatie: bijvoorbeeld of iemand verplicht is de instructies van de werkgever op te volgen.
wet- en regelgeving arbeidsovereenkomst
In de individuele arbeidsovereenkomst leggen de werkgever en de werknemer hun afspraken over de arbeidsvoorwaarden vast. Bij het maken van deze afspraken gelden de algemene regels van het arbeidsrecht.
De belangrijkste regels voor de arbeidsovereenkomst staan in:
-
het Burgerlijk Wetboek (BW, boek 7): regels over bijvoorbeeld de rechtspositie, proeftijd, vakantie, opzegtermijn en ontslag
-
de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML): de werkgever moet ten minste het minimumloon betalen
-
de Arbeidstijdenwet (ATW): regels over werk- en rusttijden
-
de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet): welke bescherming organisaties hun werknemers moeten bieden, zodat zij veilig en gezond kunnen werken
-
de Wet flexibel werken (Wfw): regelt het recht voor werknemers om hun werkgever te verzoeken om aanpassing van hun arbeidsduur, arbeidstijden en/of arbeidsplaats.
-
de Wet arbeid en zorg (Wazo): de verlofregelingen waar de werknemer recht op kan hebben
-
de Ontslagregeling en de Wet melding collectief ontslag (WMCO): de regels voor opzegging
-
de Wet arbeid vreemdelingen (Wav): voor buitenlandse werknemers.
regels voor loonheffing
De Wet op de loonbelasting 1964 regelt dat de werkgever als inhoudingsplichtige de belasting op het loon moet inhouden en afdragen aan de Belastingdienst.
regels voor uitzendbureaus en andere intermediairs
Uitzendbureaus en andere bemiddelaars moeten zich houden aan de regels die staan in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI).