Als je medewerkers in dienst hebt, moet je je als een goed werkgever gedragen. Dat is niet alleen belangrijk in tijden van schaarste op de arbeidsmarkt - je wilt immers medewerkers voor je bedrijf behouden en aantrekkelijk zijn voor nieuwe medewerkers - maar het is ook wettelijk verplicht. Wat houdt goed werkgeverschap nou precies in volgens de wet? Lees hier meer over wat er in de wet staat en welke basisbeginselen een belangrijke rol spelen.
wat is goed werkgeverschap?
Het arbeidsrecht omvat de regels waar werkgevers en werknemers zich aan moeten houden. Toch heeft de wet niet op elke vraag of situatie een duidelijk antwoord. Dan wordt naar artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek verwezen: ‘De werkgever en de werknemer zijn verplicht zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen.’
De grenzen van het begrip ‘goed werkgeverschap’ zijn vaag, maar eigenlijk betekent het gewoon dat je je als werkgever ten opzichte van je medewerkers redelijk en fair moet gedragen. Zo moet je een passend loon uitbetalen, een veilige werkomgeving bieden en duurzame inzetbaarheid stimuleren.
basisbeginselen van goed werkgeverschap
In de rechtspraak is met zes basisbeginselen concreet gemaakt wat goed werkgeverschap inhoudt. Als werkgever moet je in ieder geval:
- zorgvuldig zijn
- verwachtingen waarmaken
- geen misbruik maken van je positie
- je beslissingen onderbouwen
- alle werknemers hetzelfde behandelen
- andere verplichtingen nakomen.
Als er bijvoorbeeld sprake is van een arbeidsconflict, kijkt de rechter of je je aan deze beginselen hebt gehouden.
1. het zorgvuldigheidsbeginsel
Je moet je als werkgever zorgvuldig tegenover je medewerkers gedragen. Dit houdt verschillende dingen in. Zo moet je bij ingrijpende beslissingen onderzoeken wat de impact daarvan is op je medewerkers (onderzoeksplicht), moet je luisteren naar hun mening (hoorplicht) en moet je hun belangen meenemen in je overweging (evenredigheidsbeginsel).
Volgens de wet hebben je medewerkers inspraak in het beleid en de gang van zaken in het bedrijf waar ze werken. Dit heet medezeggenschap.
2. het vertrouwensbeginsel
Het vertrouwensbeginsel houdt in dat je medewerkers erop mogen vertrouwen dat de verwachtingen die je als werkgever wekt, ook waarmaakt. Doe je als werkgever toch iets anders, dan kun je worden gedwongen om het gewekte vertrouwen te respecteren.
Een voorbeeld van geschonden vertrouwen is de situatie waarin je als werkgever de indruk wekt dat je medewerker een promotie krijgt, maar dat je die uiteindelijk niet geeft. Het kan ook zo zijn dat je geen specifieke toezegging hebt gedaan maar dat er toch sprake is van gewekt vertrouwen. Als je bijvoorbeeld jarenlang een kerstpakket aan je personeel hebt gegeven, kun je daar niet zomaar mee stoppen. Er is dan sprake van een verworven recht.
3. het verbod op machtsmisbruik
Bij goed werkgeverschap hoort ook dat je geen misbruik mag maken van jouw machtspositie als werkgever. Als je dat wel doet, is er sprake van machtsmisbruik, ook wel bekend als ‘détournement de pouvoir’). Dit houdt in dat je jouw bevoegdheden als werkgever niet mag gebruiken voor andere doelen dan waarvoor ze bedoeld zijn. Een voorbeeld hiervan is
de ketenregeling uit het arbeidsrecht. Deze regeling is bedoeld om tijdelijke contracten te beperken, zodat medewerkers na een bepaalde periode aanspraak kunnen maken op een vast dienstverband. Als je deze regeling misbruikt om juist te voorkomen dat een medewerker een vast contract krijgt, ben je in strijd met het principe van goed werkgeverschap.
4. het motiveringsbeginsel
Een beslissing die ingrijpende gevolgen voor je medewerkers heeft, moet je duidelijk motiveren. Dit is belangrijk omdat je medewerkers dan beter kunnen bekijken of de beslissing terecht is geweest en hoe ze eventueel verweer kunnen bieden.
Als je een medewerker bijvoorbeeld op non-actief stelt of overplaatst naar een andere vestiging, moet je dat goed kunnen uitleggen en onderbouwen.
5. het gelijkheidsbeginsel
Het gelijkheidsbeginsel moet ervoor zorgen dat iedereen dezelfde rechten heeft en dezelfde kansen moet krijgen. Je moet alle medewerkers dus gelijk behandelen: mannen en vrouwen, autochtonen en allochtonen en fulltimers en parttimers.
6. andere verplichtingen
Intussen is het ook normaal geworden dat je als goed werkgever een ongevallenverzekering voor je medewerkers afsluit. Een goede verzekering vergoedt de schade van je medewerkers na een ongeval op het werk, tijdens een zakenreis of bij een personeelsactiviteit. Hiermee geef je invulling aan de zorgplicht die je als werkgever hebt.
goed werknemerschap
Het artikel in het Burgerlijk Wetboek over goed werkgeverschap geldt ook voor je medewerkers: zij moeten zich als goed werknemer gedragen. Dit houdt in dat zij jouw belangen als werkgever respecteren in de manier waarop ze hun werk doen.
Zo kun je van je medewerker verwachten dat hij overwerkt als het een keer nodig is, ook al staat dit niet in zijn arbeidsovereenkomst. Ook kun je vragen dat hij, bij ziekte of afwezigheid van collega’s, tijdelijk werk oppakt dat niet (helemaal) binnen zijn functieomschrijving valt. Belangrijk is wel dat je hierover samen duidelijke afspraken maakt, zodat beide partijen weten wat ze van elkaar kunnen verwachten.
meer lezen
Lees ook deze blog: 15 tips voor verbindend werkgeverschap.