IT-bedrijven zoeken jonge instromers met passie voor IT. Ook technische bedrijven werken graag met jongeren die technologie boeiend vinden en die bij een bedrijf iets willen bereiken. Begrijpen IT- en tech-bedrijven en MBO’ers elkaar nog wel? Wij hebben de ondernemers binnengehaald en de MBO-studenten meer naar de bedrijven gebracht. Wij zijn bij bedrijven ingetrokken en openen volgend jaar een IT-campus.
Ron Kooren is voorzitter van het College van Bestuur van het Albeda, een groot regionaal MBO-opleidingsinstituut in Rotterdam en omstreken, met maar liefst 120 opleidingen. Hij stelde vast dat MBO-leerlingen niet vanzelf ‘aangesloten’ zijn op de snelle technologische ontwikkelingen in het bedrijfsleven. ‘Technologie staat centraal in deze wereld. Om studenten daar na school goed in te laten functioneren, moeten MBO-onderwijs en bedrijfsleven elkaar opzoeken. Letterlijk.’
afstand tussen bedrijf en MBO’er
Veel leidinggevenden en stagebegeleiders – ook elders in Nederland – herkennen het maar al te zeer: een MBO’er komt op stage en er moet een stageboek worden bijgehouden. Maar of de betrokkene na de stage iets heeft opgestoken en of het bedrijf iets aan de student heeft gehad, blijft vaak de vraag. Wel wordt er aan beide kanten gemopperd, over gebrek aan begeleiding en beleving.
Later, als het om het invullen van vacatures gaat, is er opnieuw die afstand tussen het bedrijf en de kandidaat. Sluiten de competenties van de kandidaat wel aan op wat het bedrijf zoekt? Die afstand tussen werkgevers in de regio Rotterdam (met name in IT en techniek) en de MBO’ers moet snel verkleind worden, vond Kooren.
‘albeda zet de toon’
De rigoureuze koerswijziging bij de opleiding en een nieuwe strategie (‘Albeda zet de toon’) Het instituut sloot allianties met bedrijven, bijvoorbeeld voor ontwikkeling van stageplaatsen. Voor elk domein (zoals IT en techniek) denkt tegenwoordig een Raad van Advies van ondernemers mee over aard en invulling van stages. ‘Die invloed hebben we ook bewust gezocht als het over onze onderwijsinvulling gaat. Rotterdamse ondernemers op topniveau adviseren over ons onderwijs en wij luisteren daar ook naar. Inmiddels zijn we zover dat topspecialisten uit de bedrijven samenwerken met onze docenten om het onderwijs meer hedendaagse inhoud te geven – soms ook door zelf les te komen geven.’
Het voordeel van, op z’n Rotterdams gezegd, ‘dicht op mekaar’ zitten is dat bedrijven de zekerheid krijgen dat er structureel personeel voor straks wordt opgeleid. Kooren: ‘Wij als opleidingsinstituut krijgen zo meer zekerheid dat we onze studenten gerichter opleiden, zodat ze straks in technische- en IT-functies goed functioneren. Dat hun opleiding echt aansluit bij hun latere baan.’
RDM en IT campus
De strategie leidde tot concrete stappen om de afstand – letterlijk – te verkleinen. ‘Een mooi voorbeeld is hoe wij, met Randstad, Albeda@Work konden realiseren, een praktijkleerplek voor intercedenten. Ook zijn wij met ons Techniek College Rotterdam (een samenwerking van Albeda en Zadkine) – onder meer met mobiliteits- en metaalopleidingen en procestechniek – ingetrokken bij het bedrijfsleven. Op het terrein van RDM maken we de stap naar de praktijk héél klein. Stages en werkprojecten vinden op hetzelfde terrein – of vlakbij – plaats. Daar zie je een enorme chemie tussen bedrijven en onderwijs.’
Volgende stap? ‘In Rotterdam gaan we met het Techniek College Rotterdam, Hogeschool Rotterdam en het bedrijfsleven een echte IT-campus opzetten. Dat doen we met brede steun van VNO-NCW Rotterdam, de gemeente, Rotterdam Partners en grote en kleine bedrijven. De campus is keihard nodig. We hebben in Rotterdam 100.000 MBO’ers en HBO’ers, maar onder hen doen er maar 4.000 een IT-opleiding. Veel te weinig! Er is een enorme vraag naar mensen met IT-competenties. In augustus 2018 hebben wij in Rotterdam die centrale plek waar MBO, HBO en bedrijfsleven in nauwe samenwerking de IT-medewerkers van straks opleiden. Talenten die de snelle ontwikkelingen in IT-technologie kunnen volgen en helpen vormgeven.’
confrontatie met praktijk
Het effect van de nieuwe strategie? Kooren, bevlogen: ‘Studenten leren het meest van de directe confrontatie met de praktijk, gevolgd door terugkoppeling met de theorie op school. Blootstelling aan de praktijk is cruciaal voor dat proces; studenten, docenten en praktijk moeten elkaar ontmoeten! Nu we in nauwe samenwerking met bedrijven stages en leerwerkplekken opzetten, hoor ik weinig gemopper meer van bedrijven, over dat het onderwijs maar wat doet en geen instromers levert met de juiste competenties. Waarom? Omdat bedrijven nu zelf aan de knoppen helpen draaien. Onderwijs en bedrijven doen het nu samen.’
‘We merken direct aan onze studenten wat die leereffecten doen. Wow, daar wordt iedereen blij en beter van! Bij een stage merken MBO’ers vanaf dag één dat er iets van ze wordt verwacht. Aan de slag, boek resultaat. Goed voor het bedrijf, want dat krijgt direct toegang tot studenten, hun toekomstig potentieel. Ondernemers krijgen de kans om die groep te beïnvloeden, te kneden en klaar te stomen. Het effect is magisch: studenten merken dat ze serieus genomen worden, dat er verwachtingen zijn. Ze leren de juiste beroepshouding, je ziet ze groeien. En ook het bedrijf leert, want die gemotiveerde jonge honden brengen ook moderne kennis mee. Dat geeft in een bedrijf ook schwung! Weg is de vrijblijvendheid. En weg is de afstand tussen school en bedrijf!’