fasensysteem
Per 2 januari 2023 gelden de volgende fasen in het fasensysteem:
-
fase A, maximaal 52 gewerkte weken
-
fase B, maximaal drie jaar
-
fase C, onbepaalde tijd
fase A
Als een uitzendkracht start met werken voor een uitzendonderneming, komt hij in fase A terecht. Deze fase duurt 52 weken. Elke (kalender)week waarin de uitzendkracht werkt of van een doorbetaalde vakantie geniet – of dat nu één uur of veertig uur is – telt mee voor de telling van die 52 weken. Bij een onderbreking van meer dan zes maanden begint de telling opnieuw.
Voor fase A gelden de volgende regels:
-
uitzendbeding - Een uitzendovereenkomst met uitzendbeding eindigt steeds automatisch (van rechtswege) wanneer de uitzending op verzoek van de inlener wordt beëindigd, wanneer de uitzendkracht wil stoppen met werken, aan het einde van fase A of zodra de in de uitzendovereenkomst overeengekomen einddatum is bereikt. Per 1 juli 2023 is bepaald dat de uitzendovereenkomst doorloopt tot de einddatum als de uitzendkracht ziek wordt.
-
termijn van kennisgeving (opzegtermijn) - De uitzendonderneming moet de uitzendkracht die werkt op basis van een uitzendovereenkomst met uitzendbeding tijdig laten weten dat de uitzending stopt. De eerste 26 weken geldt er geen opzegtermijn. Na de eerste 26 werkweken geldt hiervoor een termijn van kennisgeving van tien kalenderdagen.
Voor de uitzendkracht geldt een termijn van één werkdag. -
zonder uitzendbeding voor bepaalde tijd - In fase A kan de uitzendonderneming ook kiezen voor een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde tijd. Een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding eindigt op de overeengekomen einddatum, de uitzendonderneming kan de opdracht niet tussentijds opzeggen, tenzij er sprake is van een dringende reden. De uitzendkracht kan de overeenkomst tussentijds opzeggen met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn, tenzij de loonuitsluiting is toegepast. In dat geval geldt voor de uitzendkracht een termijn van één werkdag.
-
contractduur - Er geldt een minimale contractduur van vier weken voor elkaar opvolgende uitzendovereenkomsten voor bepaalde tijd bij dezelfde uitzendonderneming en voor dezelfde opdrachtgever. Dit geldt per 1 juli 2023 voor alle contracten in fase A: zowel met als zonder uitzendbeding. Hiermee worden repeterende dag- en weekcontracten tegengegaan.
-
loon - Het loon is vanaf de eerste werkdag gebaseerd op de inlenersbeloning, zoals opgenomen in de ABU-cao. Per 1 juli 2023 is dit inclusief alle (bruto en netto) kostenvergoedingen en toeslagen die de vaste medewerkers van de inlener ook krijgen.
-
doorbetaling van loon - In fase A heeft de uitzendkracht in beginsel alleen recht op betaling van loon over de gewerkte uren, niet over de niet-gewerkte uren. De uitzendkracht en het uitzendbureau kunnen uitdrukkelijk schriftelijk anders overeenkomen. Als sprake is van oproepwerk kan het zijn dat een uitzendkracht recht heeft op loon over niet gewerkte uren. Bijvoorbeeld als een dienst binnen vier dagen voor aanvang wordt afgezegd. De oproepkracht moet dan toch voor de gehele duur van de dienst betaald worden. Het loon kan ook niet worden uitgesloten in fase A als het uitzendbureau en de uitzendkracht een vaste urenomvang zijn overeengekomen.
-
pensioen - Uitzendkrachten van 21 jaar en ouder starten vanaf hun eerste werkdag met de opbouw van hun pensioen in de basisregeling in de pensioenregeling van StiPP.
fase B
Als de uitzendkracht direct na fase A of binnen zes maanden daarna weer uitzendwerk verricht bij hetzelfde uitzendbureau, komt hij in fase B.
In fase B wordt gewerkt op basis van een of meer ‘gewone’ arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (zonder minimumduur). Fase B duurt maximaal drie jaar. Binnen die drie jaar kunnen maximaal zes overeenkomsten voor bepaalde tijd worden gesloten zonder dat dit leidt tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Al deze overeenkomsten voor bepaalde tijd eindigen automatisch (van rechtswege) aan het einde van de afgesproken periode.
Onderbrekingen tussen overeenkomsten tellen mee voor de periode van drie jaar. Duurt een onderbreking meer dan zes maanden, dan begint de telling weer bij fase A.
Voor fase B gelden de volgende regels:
-
pensioen - Uitzendkrachten van 21 jaar en ouder die in fase B zitten, nemen verplicht deel aan de plusregeling pensioen.
-
doorbetaling van loon - De uitzendkracht in fase B heeft gedurende de arbeidsovereenkomst recht op doorbetaling van ten minste 100% van zijn laatstverdiende loon over het afgesproken (minimum-)aantal uren als er even geen werk is. Hij moet op zijn beurt wel passende arbeid accepteren. Weigert de uitzendkracht dit, dan vervallen zijn rechten op vervangend werk en op doorbetaling van loon. Per opdracht wordt het loon vastgesteld aan de hand van de geldende inlenersbeloning. Per 1 juli 2023 is dit inclusief alle (bruto en netto) kostenvergoedingen en toeslagen die de vaste medewerkers van de inlener ook krijgen.
-
ziekte - Bij ziekte van de uitzendkracht moet het uitzendbureau in het eerste jaar 90% van het loon doorbetalen, en in het tweede jaar 80%.
fase C
Als de uitzendkracht na fase B direct of binnen zes maanden door blijft werken voor hetzelfde bureau, komt hij in fase C. Hij komt dan op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij het uitzendbureau in dienst. In dat geval kan de arbeidsovereenkomst niet zomaar beëindigd worden.
Voor fase C gelden de volgende regels:
-
pensioen - Uitzendkrachten van 21 jaar en ouder nemen verplicht deel aan de plusregeling pensioen.
-
doorbetaling van loon - In fase C geldt hetzelfde als in fase B: als een opdracht wegvalt, heeft de uitzendkracht recht op ten minste 100% van zijn laatstverdiende loon over het afgesproken aantal uren. Hij zal zich op zijn beurt flexibel moeten opstellen en passende werkzaamheden moeten accepteren. Als hij vervolgens bij een andere opdrachtgever gaat werken, ontvangt hij de daar geldende inlenersbeloning. Voor uitzendkrachten in fase C met een uitzendovereenkomst voor onbepaalde tijd bedraagt het loon in een nieuwe opdracht altijd ten minste 90% van het laatst verdiende loon en nooit minder dan 85% van het hoogst genoten loon in fase C.
-
ziekte - Bij ziekte van de uitzendkracht moet het uitzendbureau in het eerste jaar 90% van het loon doorbetalen, en in het tweede jaar 80%.
-
ontslag - Wanneer het uitzendbureau de arbeidsovereenkomst met een uitzendkracht in fase C wil beëindigen, gelden de normale ontslagregels.