tijd voor een nieuw pensioenstelsel

In de afgelopen jaren is onze samenleving erg veranderd. Mensen leven steeds langer, waardoor het aantal werkenden ten opzichte van gepensioneerden afneemt. Werknemers zijn flexibeler geworden: ze werken niet meer hun hele leven bij dezelfde werkgever en verkennen hun mogelijkheden bij andere organisaties. Of ze starten een eigen onderneming. 

Daarnaast zijn de kosten van pensioenopbouw de afgelopen jaren gestegen, zijn pensioenen niet meer automatisch gekoppeld aan loon-of prijsstijgingen (geïndexeerd) en zijn de pensioenpremies gestegen. 

Ons huidige pensioenstelsel is niet ingericht op deze veranderingen in de maatschappij. Daarom heeft de Nederlandse overheid samen met werkgevers- en werknemersorganisaties in 2019 een pensioenakkoord gesloten met daarin nieuwe afspraken over pensioenen en AOW. In de nieuwe Wet toekomst pensioenen zijn deze afspraken nu verder uitgewerkt en vastgelegd. 

niet alles verandert

De drie pijlers van het Nederlandse pensioenstelsel (AOW, de verplichte pensioenopbouw via de werkgever en het individueel aanvullend pensioen) blijven bestaan. Het basisprincipe van de pensioenwet blijft ook ongewijzigd: het pensioen wordt nog steeds gezamenlijk opgebouwd en financiële risico's worden gedeeld. Zowel werkgevers als werknemers dragen premies bij, terwijl pensioenuitvoerders dit geld beleggen en vervolgens hiermee pensioenuitkeringen verstrekken. Ook blijft de garantie bestaan dat gepensioneerden levenslang een pensioenuitkering zullen ontvangen.

persoonlijke en duidelijke informatie voor werknemers

De nieuwe pensioenwet brengt meer duidelijkheid. Werknemers krijgen individuele informatie over het pensioen dat ze opbouwen en meer inzicht in hun eigen pensioenpot en wat hun werkgever bijdraagt. Ze kunnen zien hoe snel het bedrag groeit en er komt een beter overzicht van de gereserveerde middelen voor hun pensioen. Via hun eigen pensioenfonds of op de website mijnpensioenoverzicht.nl kunnen werknemers informatie vinden over hun persoonlijke situatie en wat ze aan pensioenuitkering kunnen verwachten bij verschillende economische scenario's.

koppeling aan de economie

De afgelopen jaren zijn de meeste pensioenen nauwelijks of niet gestegen. In het nieuwe pensioenstelsel kunnen de pensioenen meer meebewegen met de economie. Dat betekent dat pensioenuitvoerders de pensioenen kunnen verhogen als de economie goed presteert. Aan de andere kant kan het ook betekenen dat de pensioenen worden verlaagd als de resultaten tegenvallen. In de nieuwe regels zijn de buffers om deze schommelingen op te vangen kleiner dan in het huidige systeem en moet er dus rekening worden gehouden met mogelijke verlaging van de pensioenen. 

De beweeglijkheid van de verwachte uitkering wordt wel minder groot naarmate de pensioendatum dichterbij komt. Jongere medewerkers hebben namelijk meer tijd om tegenvallende beleggingsresultaten op te vangen dan ouderen. Voor ouderen wordt er daarom in het nieuwe pensioenstelsel minder risico genomen dan voor jongeren.

gelijke premie voor iedereen

De pensioenopbouw wordt gebaseerd op de premie die werknemers en werkgevers samen inleggen. Het percentage is in het nieuwe stelsel voor alle leeftijden gelijk. Dit betekent dat binnen een pensioenregeling alle werknemers, ongeacht hun leeftijd, dezelfde pensioenpremie betalen bij een gelijk salaris.

een persoonlijke pensioenpot

De pensioenpremie die werknemers en werkgevers afdragen komt ten gunste van hun eigen pensioen. Werknemers krijgen een eigen pensioenpot, waarin het pensioenvermogen zit dat is opgebouwd uit de totale inleg en de beleggingsresultaten minus de kosten. Op deze manier heeft iedereen een duidelijk zicht op wat er in zijn persoonlijke pensioenpot zit en hoe dit vermogen meebeweegt met de economie en beleggingsresultaten. Op de pensioendatum wordt de eigen pensioenpot omgezet in een levenslange pensioenuitkering. 

geen toezeggingen over hoogte pensioenuitkering

In het huidige systeem is de pensioenopbouw gerelateerd aan het gemiddeld verdiende loon tijdens het werkzame leven, maar dat gaat veranderen. In het nieuwe stelsel worden geen toezeggingen meer gedaan over de hoogte van de uitkering. De hoogte van de pensioenuitkering hangt af van de ingelegde premie en de resultaten van de beleggingen. 

alleen nog premieregelingen

In het nieuwe pensioenstelsel worden de pensioenregelingen omgezet naar premieregelingen. Er zijn dan drie soorten premieregelingen: 

  • een solidaire premieregeling: er is een collectieve beleggingspot en risico's worden binnen het pensioenfonds met elkaar gedeeld. De solidariteitsreserve maakt het mogelijk om bepaalde risico's (gedeeltelijk) op te vangen, zoals het risico op een verlaging van het pensioen. Door de collectiviteit zijn er voor deelnemers geen keuzemogelijkheden.
  • een flexibele premieregeling: hierbij worden geen of minder risico’s met elkaar gedeeld. De deelnemers hebben zelf de keuzemogelijkheid om meer of minder risicovol te beleggen. Bij pensionering kan men kiezen voor een vaste of variabele uitkering. Een deel van de risico’s kan gedeeld worden in een risicodelingsreserve. 

De sociale partners (werkgeversorganisaties en vakbonden) beslissen samen met het pensioenfonds welke premieregeling gaat gelden voor alle werknemers in het bedrijf of in de bedrijfstak.

► De premie-uitkeringsovereenkomsten: deze worden niet uitgevoerd door pensioenfondsen, maar worden aangeboden door pensioenverzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI).

partnerpensioen eenvoudiger

Het partnerpensioen is een verzamelnaam voor de pensioenen die de achtergebleven levenspartner ontvangt na het overlijden van de pensioengerechtigde medewerker. Het levenslange partnerpensioen is in het oude stelsel afhankelijk van het aantal gewerkte en nog te werken jaren tot de pensioendatum. In het nieuwe pensioenstelsel wordt het partnerpensioen eenvoudiger. Maximaal 50% van het huidige salaris van de werknemer mag worden verzekerd voor partnerpensioen, ongeacht de duur van het dienstverband. De overgebleven partner krijgt alleen een uitkering als de overledene op het moment van overlijden deelnemer was in een pensioenregeling. 

wezenpensioen omhoog

In het oude stelsel bedraagt het wezenpensioen over het algemeen per kind 20% van het nabestaandenpensioen, dus maximaal 14% (volle wees 28%) van het ouderdomspensioen. Dit wordt maximaal 20% (halfwees) en 40% (volle wees) van het laatstverdiende loon. Daarnaast komt er een uniforme eindleeftijd van 25 jaar, zonder verdere voorwaarden. In het oude stelsel is de eindleeftijd afhankelijk van het pensioenfonds en vaak afhankelijk van het volgen van een studie. 

compensatieregeling

De nieuwe regels kunnen voor sommige deelnemers nadelige gevolgen hebben. Bijvoorbeeld omdat ze een hogere bijdrage moeten betalen of een lager pensioen opbouwen. Ook kunnen de wijzigingen betekenen dat het partnerpensioen lager uitvalt. Om dat gemis op te vangen kan door sociale partners een compensatieregeling worden getroffen.

betere afspraken voor beroepsgroepen

De komende jaren worden er extra afspraken gemaakt voor bepaalde beroepsgroepen, met het oog op de zogenaamde ‘zware beroepen’. Dit kan bijvoorbeeld gaan over omscholing naar ander werk, extra verlof en andere speciale regelingen die eerder stoppen met werken mogelijk maken.

eenmalige uitkering 'bedrag ineens'

Werknemers krijgen op het moment dat ze met pensioen gaan een extra keuze, namelijk om in één keer maximaal 10% van de waarde van hun opgebouwde ouderdomspensioen op te nemen. De resterende pensioenuitkering gaat dan naar evenredigheid omlaag. Deze wijziging zal op z'n vroegst per 1 januari 2024 worden ingevoerd.

zzp’ers krijgen ruimere aftrekmogelijkheden

Ondernemers en zzp’ers hebben geen werkgever en moeten dus zelf een pensioenpot opbouwen. Met de Wet toekomst pensioenen wordt dat fiscaal aantrekkelijker. De fiscale jaarruimte (het bedrag dat men als lijfrentepremie in een bepaald kalenderjaar mag aftrekken van de inkomstenbelasting) wordt flink vergroot. Dit gaat veranderen:

  • het opbouwpercentage gaat van 13,3% naar 30%

  • voor de reserveringsruimte mag de zzp’er tot tien jaar terug rekenen (was tot zeven jaar)

  • de maximale reserveringsruimte gaat naar € 38.000. Dit was 17% van de premiegrondslag met een maximum van € 8.065. Bij een kortere periode dan tien jaar voor AOW-leeftijd was dit maximum € 16.130

  • de zzp’er mag tot vijf jaar na AOW blijven inleggen (dit was tot de AOW-leeftijd).

De verhoogde fiscale ruimte geldt met terugwerkende kracht per 1 januari 2023.

ingangsdatum nieuwe regels

De Wet toekomst pensioenen gaat op 1 juli 2023 in, maar de gevolgen daarvan zijn niet meteen merkbaar. Er komt eerst een overgangsfase van een aantal jaren, de transitiefase. Op uiterlijk 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen zijn aangepast aan het nieuwe pensioenstelsel. Vanaf die datum zullen de nieuwe pensioenregels voor iedereen gelden.

aandachtspunten voor werkgevers

In 2023 en 2024 gaan werkgeversorganisaties en vakbonden in cao-verband (voorlopige) afspraken formuleren over de aanpassing van de pensioenregeling. Als er op jouw organisatie geen cao van toepassing is, moet je zelf afspraken maken met je medewerkers en de ondernemingsraad

Op 1 januari 2025 moet het traject van afspraken maken volledig zijn afgerond. Op dat moment is ook pas duidelijk wat deze afspraken voor jou als werkgever en voor je medewerkers betekenen. Je bent verplicht om uiterlijk voor 1 oktober 2026 een transitieplan op te stellen waarin wordt vastgelegd hoe de pensioenregeling van jouw organisatie wijzigt, hoe je medewerkers eventueel gecompenseerd gaan worden en welke stappen er vervolgens worden ondernomen. Het belangrijkste aspect daarvan is of en hoe de in het verleden opgebouwde pensioenen worden omgezet naar het nieuwe pensioensysteem. Ook moet je inzichtelijk maken wat de effecten van de nieuwe regeling zijn voor de verschillende leeftijdsgroepen binnen je organisatie.

► Tussen 2025 en 2028 implementeren de pensioenfondsen de nieuwe regels. In deze periode worden de pensioenen overgebracht naar het nieuwe stelsel.

► Op 1 januari 2028 moeten alle pensioenfondsen volledig zijn overgestapt naar het nieuwe stelsel. Vanaf die datum gelden de nieuwe pensioenregels voor iedereen.

Voor jou als werkgever is het de komende jaren belangrijk om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen en de impact ervan op jouw organisatie en je medewerkers. Zorg ervoor dat je tijdig en duidelijk communiceert over deze veranderingen, zodat je medewerkers goed geïnformeerd zijn over de nieuwe pensioenregels en wat dit voor hen betekent.

meer informatie

► Partijen die betrokken zijn bij de overgang naar het vernieuwde pensioenstelsel, zoals werkgevers, ondernemingsraden, pensioenfondsbestuurders en vakbonden kunnen terecht op www.werkenaanonspensioen.nl.

► Informatie voor je medewerkers over de Wet toekomst pensioenen en de gevolgen daarvan staat op onsnieuwepensioen.nl.

► Medewerkers die als deelnemer vragen hebben over hun persoonlijke situatie kunnen contact opnemen met hun pensioenfonds.

► In de Werkpocket staat meer over de AOW en het aanvullend pensioen.